Beleidsplan Protestantse Gemeente Anjum 2015-2020 Beleidsplan Protestantse Gemeente Anjum 2015-2020
BELEIDSPLAN van de PROTESTANTSE GEMEENTE te ANJUM 2015-2020

Een beleidsplan, wat moeten we ons daar bij voorstellen? Is het een document dat nu eenmaal opgesteld moet worden om de belastingdienst of andere instituten tevreden te houden? En is het daarom een droge opsomming van cijfers, gegevens en vage doelstellingen? Dat mag hier toch niet het geval zijn! Dít beleidsplan, van de Protestantse Gemeente te Anjum, beoogt dan ook een kort, helder en verlangend document te zijn, dat houvast geeft in het zoeken en tasten van de gemeente richting de toekomst. Juist in de kerk hebben we behoefte aan zo’n beleidsplan, waar beknopt in staat welke kant we op willen, al weten we vooraf wat de Bron is waar we uit putten en wie de Heer is die ons in al ons zoeken en vinden voor ogen staat.
 
Wat nu volgt is een overzicht van de belangrijkste onderdelen van het kerk-zijn in Anjum. Steeds wordt daarbij eerst de huidige situatie geschetst om vervolgens eerst de uitdagingen te benoemen en vervolgens de verlangens en soms de doelen op die terreinen te omschrijven. De volgende volgorde is daarbij gekozen:
1. Plaats en tijd
2. Geschiedenis gemeente en kerkgebouwen
3. Bestuur en organisatie
4. Vorming en toerusting
5. Jeugdwerk
6. Commissies en werkgroepen
7 De kerkdienst
 
1. Plaats en tijd.
Eerst over het dorp en de omgeving waar de kerkelijke gemeente te Anjum deel van uitmaakt.
Anjum (Eanjum) is één van de vele dorpen in de Noordoosthoek van Friesland en maakt deel uit van de gemeente Dongeradeel. Het is een levendig dorp met relatief veel voorzieningen (winkels, bank, christelijke basisschool, sportaccommodaties, horeca, huisarts/apotheek, toeristisch informatiepunt). Het pittoreske buurtschap Ezumazijl en het bekende Oostmahorn (de Skâns), inclusief vakantiepark Ezonstad, vallen onder Anjum.  
De streek is populair onder toeristen vanwege de vele mogelijkheden tot watersport, wandelen en fietsen. De natuur rondom het dorp is uniek en herbergt vele soorten zeldzame vogels, waar veel natuurliefhebbers op af komen. Voor Anjum is dit toerisme belangrijk; het levert werk op en zorgt ervoor dat bepaalde faciliteiten, zoals de grote supermarkt, behouden blijven voor het dorp.
Er bestaat een goede busverbinding met Dokkum, maar ook Lauwersoog en Leeuwarden zijn vanuit Anjum goed te bereiken. De werkgelegenheid ter plaatse wordt eenzijdig gestempeld door akkerbouw, veeteelt en visserij, plus enige bouwnijverheid. Het merendeel van de beroepsbevolking werkt buiten Anjum. Het inwoneraantal is 1065 in het jaar 2014.
Er bestaat een veelsoortig verenigingsleven. De christelijke muziekvereniging ‘Halleluja’ en voetbalvereniging v.v. Anjum zijn daarin de grootste spelers. Ook zijn er zangkoren, is er voor ouderen koersbal en de soos en wordt er op sportgebied verder gekaatst (zomer), geschaatst (winter), gymnastiek beoefend en volleybal gespeeld. Ook zijn er twee biljartverenigingen. Om de vier jaar vindt het dorpsfeest, een groot evenement met regionale uitstraling, plaats.
 
Nu over de tijd waarin de kerk van Anjum gestalte probeert te geven aan haar geloof.
Het is natuurlijk lastig om iets te zeggen over de huidige tijd. Dat is eenvoudiger te doen met het oog van de historicus, jaren of eeuwen later. Toch zijn er een paar ontwikkelingen die in deze tijd van belang lijken te zijn voor de gemeente van Anjum.
Ten eerste is daar de ontkerkelijking (secularisatie). De betrokkenheid bij de kerk, die vroeger bijna vanzelfsprekend was, is afgenomen. Ook op Anjum is dit van toepassing; er wordt veel gesproken over de afname in kerkgang en betrokkenheid in de afgelopen decennia. Waar men vroeger in Anjum op de zondag uit alle straten en huizen soms massaal richting kerk ging, is het straatbeeld nu soms wel erg rustig als de kerkklokken de eredienst aankondigen. Het is de vraag of deze ontkerkelijking doorzet, maar op moment van schrijven is het de realiteit.
Ten tweede valt het verschil in geloofsbeleving in de huidige tijd te noemen. Een wijdere blik in de wereld heeft ervoor gezorgd dat mensen een manier van geloven kiezen die bij hen persoonlijk past. Ook in Anjum is te zien dat er onderlinge verschillen bestaan; de gemeente is pluriform. Dit is niet per se iets negatiefs. Wel is het iets waar rekening mee moet worden gehouden.
Ten derde leven we in Anjum in een tijd van bevolkingskrimp in de regio. Niet voor niets heeft de Noordoosthoek van Friesland in 2015 het officiële label ‘krimpregio’ gekregen (overigens op eigen verzoek). En niet voor niets is het ziekenhuis De Sionsberg in Dokkum eind 2014 failliet gegaan om daarna gelukkig een herstart te maken, zij het in afgeslankte vorm. In een tijd waarin ‘groei’ (in economie, leden- en bezoekersaantallen) nog steeds het toverwoord lijkt te zijn, wordt de regio Anjum geconfronteerd met een afname in inwoners, die consequenties kan hebben voor de leefbaarheid. Toch zijn er juist in Anjum ontwikkelingen die op dit vlak hoop geven. Er worden volop kinderen geboren en met de plannen van een multifunctioneel centrum, waarin ook een kantoor van de NAM zal worden gevestigd, kunnen we spreken van nieuwe impulsen voor de leefbaarheid van het dorp.
 
Uitdagingen en verlangens  
Uitdagingen: Ontkerkelijking, pluriformiteit en bevolkingskrimp vormen stuk voor stuk uitdagingen voor onze gemeente. In eerste instantie is het al een uitdaging om er niet onder gebukt te gaan. Het christelijk geloof heeft door de eeuwen heen zoveel omstandigheden gekend met periodes van groei en neergang – de huidige neergang moet ons dus niet verlammen. Zo is het voor onze gemeente een uitdaging om de kern van ons geloof te omarmen en het in vreugde en met open vizier te beleven, ongeacht het aantal mensen waarmee dat mag gebeuren.    
 
Verlangens: Dat de gemeente een blijde plek zal zijn, waarin we ons door de ontkerkelijking niet van de wijs laten brengen, waarin we de pluriformiteit niet afwijzen en toch blijven zoeken naar eenheid en dat de gemeente een stevige bijdrage mag leveren aan de leefbaarheid van het dorp. Een Woord uit de Handelingen van de apostelen over de eerste gemeente kan hierbij een voorbeeld zijn: ‘Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk’. (Hand. 2:47).
 
Doelen: Het hoofd niet laten hangen bij afname in leden en met elkaar blijven communiceren om in al onze verschillen één in Christus te blijven.
 
2. Geschiedenis gemeente en kerkgebouwen.
Eerst kort over de geschiedenis van de gemeente.
In 2009 zijn de hervormde gemeente en de gereformeerde kerk gefuseerd tot de Protestantse Gemeente Anjum. De gemeente telt 660 leden, van wie 310 belijdend lid en 350 dooplid zijn. Enkele oudere gemeenteleden wonen in zorgcentra te Metslawier, Ternaard en Dokkum, terwijl zij zich betrokken voelen bij de kerk van Anjum. Een aantal gemeenteleden woont in het dorp Lauwersoog, maar rekent zich kerkelijk gezien tot Anjum. De fusie ligt nu echt achter ons, wat niet wegneemt dat sommige gemeenteleden nog steeds wel eens wat onwennig zijn. Logisch ook, als je in tientallen jaren gewend was geraakt aan een gebouw, de mensen en de gebruiken. De overgrote meerderheid van de gemeente is echter niet meer bezig met verschillen vanuit het verleden en heeft de blik op het nu en de toekomst gericht. 
Dan nu over de gebouwen waarin de gemeente samenkomt.
De Protestantse gemeente bezit twee kerkgebouwen met toebehoren. De Michaëlkerk, gebouwd vanaf 1182, is een karakteristieke en ruime middeleeuwse kerk met liturgisch veel mogelijkheden. In 2006 is een veelomvattende restauratie voltooid. Het Van Dam-orgel, uit de 19e eeuw, is eveneens in heel goede staat. Bij de kerk staat verenigingsgebouw Het Lokaal, met daarnaast een klassieke pastorie.
Het tweede kerkgebouw, De Bron, is een modern functioneel gebouw uit 1969, geschakeld aan het ruime zalencentrum De Dobbe. Deze accommodatie vervult een regionale functie. De Bron en De Dobbe zullen in 2016 een metamorfose ondergaan. De gebouwen zijn voor een symbolisch bedrag verkocht aan een stichting en zullen worden verbouwd tot een multifunctioneel pand waarin meerdere partijen zullen worden gehuisvest. De NAM zal er kantoorruimte krijgen, de (apotheekhoudend) huisarts zal zich er vestigen en er komt (en blijft) ruimte voor dorpsactiviteiten. De kerkelijke gemeente zal het gebouw huren voor erediensten en andere samenkomsten. Op het moment van schrijven moet nog duidelijk worden welke plaats dit ‘nieuwe’ gebouw exact in gaat nemen in het gemeenteleven, ook ten opzichte van de Michaëlkerk. Op dit vlak kunnen we spreken over uitdagingen en verlangens, maar nog niet van feiten en gegevenheden.
 
Uitdagingen en verlangens
Uitdagingen: Vooral het nieuwe multifunctionele centrum daagt ons uit om als gemeente onze plek in het dorp in te nemen. De gemeente is niet langer eigenaar van De Bron en De Dobbe en dit zal een andere verhouding geven. Het is een uitdaging om hier goed mee om te gaan en deze verandering ten goede te benutten.
De Michaëlkerk is een fantastisch monument. Het is een uitdaging om daar nog meer uit te halen voor de gemeente (op liturgisch vlak) en het dorp (op cultureel en toeristisch vlak).
 
Verlangen: Dat de ontwikkelingen op het gebied van de gebouwen een impuls mag zijn voor heroriëntatie wat betreft de plaats van de gemeente binnen het dorp.
 
3. Bestuur en organisatie.
Organisatorisch heeft de gemeente een eenvoudige structuur. De kerkenraad, die maandelijks bijeenkomt, zorgt voor de voortgang en ontwikkeling van het werk in de gemeente. Het moderamen bereidt die vergadering zo grondig mogelijk voor en neemt alvast de besluiten die eenvoudig te nemen zijn. In het totale kerkenraadswerk heeft de scriba – met de voorzitter – een centrale rol. Zij bereiden vergaderingen voor, van kerkenraad en gemeente-avond, en zorgen voor verslaglegging. In dit opzicht is ook een geregeld contact met de predikant van belang.
Vanuit de kerkenraad valt er te spreken over de volgende onderdelen van het gemeenteleven:
 
Pastoraat (ouderlingen en predikant)
Het pastorale werk is ingedeeld over zeven wijken, met elk een ouderling(echtpaar). Eén wijk is niet voorzien van een wijkouderling; hier is een wijkassistent de contactpersoon. De ouderlingen en wijkassistent brengen hun wijk in kaart en bezoeken de gemeenteleden voor zover daar behoefte aan is. Gemeenteleden kunnen dit aangeven bij de start van het winterwerk, begin oktober. Ook in tijden van verdriet en vreugde bezoeken ouderlingen de gemeenteleden. Er bestaat een verjaardagenrooster voor leden boven de 75; zij worden rond hun verjaardag in ieder geval bezocht. De ouderlingen worden in hun werk bijgestaan door wijkassistenten en bezoekdames. Predikant en ouderlingen houden elkaar zoveel mogelijk op de hoogte van hun werk, zodat de taken efficiënt verdeeld worden.
De predikant doet bezoekwerk, vergelijkbaar met de ouderling. Dit strekt zich ook uit tot de ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen. Verder heeft de predikant een taak in crises en rouwverwerking. Minstens een keer per jaar komen de ouderlingen en de predikant bijeen voor een overleg, waarin praktische en geestelijke zaken aan bod komen.
 
Diaconie (diakenen)
De diaconie is daar om namens de kerk, aangespoord door Gods liefde zelf, dienstbaar te zijn aan hulpbehoevenden op welk terrein dan ook. Maandelijks komt zij bijeen. Zij behartigt de bestemming van de bloemen in de zondagse eredienst en verzamelt dan de gaven. Ook de kaarsen en aanverwante zaken van de gedachteniszondag en doopdiensten worden door de diakenen geregeld. Zij doen ook de voorbereiding en de uitdeling van het Heilig Avondmaal, met inbegrip van de bezorging ervan bij mensen thuis. Ook de kerstmaaltijd voor mensen op leeftijd is geheel in diaconale handen evenals diverse activiteiten in de dagen naar Pasen, ook voor deze doelgroep. Verder is zij actief bij de jaarlijkse Actie Schoenendoos, organiseert zij jaarlijks een bingoavond en zet zij zich in voor andere incidentele projecten en acties.
Als verlangen ziet de diaconie het om ook jongeren bij hun diaconale werk te betrekken, met name en om mee te beginnen in de tijd naar Kerst en Pasen. Verder ziet zij de uitdaging niet alleen armoede te bestrijden, maar ook meer oog te hebben voor eenzaamheid in de nabije omgeving en voor actuele problemen zoals de huidige vluchtelingenstroom in West-Europa. Concreet is de kledingactie voor Roemenië, gepland voor het voorjaar 2016, een nieuw doel.
 
Beheer (Ouderling-/kerkrentmeesters)
De kerkrentmeesters vergaderen maandelijks. Zij behartigen alle stoffelijke belangen van de gemeente. In de praktijk betekent dit een constante aandacht voor het onderhoud van de kerken, gebouwen en pastorie. Zij zorgen, via de kerkelijke bijdragen en collectes, voor de noodzakelijke financiële middelen en bewaken daarna de uitgaven. Op het financiële vlak worden zij bijgestaan door de boekhouder(s). Momenteel (eind 2015) is het de privatisering van De Dobbe/De Bron die de meeste aandacht vraagt. Maar ook met de toekomst van de Michaëlkerk houden de kerkrentmeesters zich intensief bezig. Eind 2017 loopt het huidige onderhoudsplan 2012/2017 voor de Michaëlkerk  af en zal er met deskundige hulp een nieuw onderhoudsplan moeten worden opgesteld voor de komende jaren. Belangrijk is dat er een goed en degelijk gespreid onderhoudsplan zal moeten worden opgesteld waarbij de kosten van dat plan gelijkelijk verdeeld zullen worden analoog aan de prioriteiten over de komende vijf jaar. Daarbij is het van groot belang in aanmerking te blijven komen voor subsidies zoals de BRIM. Het is voor deze ‘beheerders’ een uitdaging om de stoffelijke én de geestelijke belangen beide in het oog te blijven houden, helemaal in deze tijd van veranderingen. Dit vergt ook intensief contact en aandachtige bezinning met de gemeente.
 
Jeugdwerk (jeugdouderlingen) (meer hierover onder punt 5)
Er zijn twee jeugdouderlingen, die zich bezighouden met de jongeren in de gemeente. Concreet betekent dit dat zij leiding geven aan het jeugdwerk dat gestalte krijgt in de club, de kinderkerk, de tienerdienst en overige, meer op zichzelf staande activiteiten waarbij jongeren worden betrokken.
 
Preekvoorziening (gemeentelid)
Een gemeentelid heeft de taak van de preekvoorziening op zich. Dit houdt in dat gastpredikanten worden benaderd om de zondagen te preken wanneer de eigen predikant niet beschikbaar is. Gemeenteleden mogen meedenken in het aandragen van namen voor deze preekbeurten.
 
Redactie Geandewei (gemeentelid)
De gemeente heeft geen eigen contactblad, maar heeft pagina’s tot haar beschikking in het prachtige regionale contactblad Geandewei, dat twee keer per maand verschijnt. De redacteur verzamelt en ordent de kopij en stuurt het door naar de algemene redactie. Ook bezoekt zij of hij de jaarlijkse vergadering van redacteuren en uitgever.        
 
Scribaat (scriba)
Een van de ouderlingen heeft de taak van scriba. Deze functie houdt in: het beheren van in- en uitgaande post, het notuleren van de vergaderingen, de agenda daarvoor opstellen en de uitnodigingen daarvoor versturen. Verder brengt de scriba in kaart wat er op zondagen moet worden medegedeeld wat betreft nieuws uit de gemeente.
 
Ledenadministratie (gemeentelid)
Het is ook een gemeentelid die de ledenadministratie voor de rekening neemt. Tegenwoordig gaat dit digitaal, via het landelijke systeem LRP.
 
Het is niet altijd makkelijk gebleken om nieuwe mensen te vinden voor ambten en andere taken. Dit heeft te maken met de last die zo’n ambt met zich meebrengt (qua tijd en energie), de mentale zwaarte van een taak in de kerk en de afname in betrokken gemeenteleden.
 
Uitdagingen en verlangens
Uitdagingen: In de afgelopen tijd is er al aan gewerkt om de ambten en taken wat ‘lichter’ te maken (d.m.v. ouderlingechtparen, verlichten van taken scriba). Het is een uitdaging om verder in deze lijn te denken.
 
Verlangens: Dat het werken in de kerk niet alleen als taak en last wordt gezien, maar vooral als roeping en een mogelijkheid om dicht bij mensen iets te kunnen betekenen en je gaven en talenten in te zetten. Het zou in het verlengde daarvan mooi zijn als we leren de taken en ambten wel serieus, maar niet te zwaar op te nemen.
 
4. Vorming en toerusting.
Omdat we hoe oud of wijs ook nooit volleerd of uitgepraat zijn wat betreft het christelijk geloof, is het goed dat er groepen en kringen zijn. Op dit moment is er een geloofsgroep voor jongvolwassenen, een gespreksgroep voor ouderen, zijn er drie gemeente-groei-groepen en is er een Alpha-cursus. Laatstgenoemde cursus behoort formeel niet tot het gemeentewerk, maar omdat de groep wel in De Dobbe bijeenkomt en ze (financiële én geestelijke) steun van de gemeente ontvangt kan het hier toch genoemd worden.
Verder is er elk jaar in maart een filmavond en vindt er in mei een spirituele wandeling plaats. In het najaar zijn er twee gemeenteavonden rondom een thema of komt iemand vertellen over een geloofsonderwerp. Het groothuisbezoek heeft in het seizoen 2014/2015 niet plaats gevonden en is in het verleden niet altijd een succes gebleken. Toch zou het een toevoeging kunnen zijn aan het huidige aanbod, aangezien er bij zo’n groothuisbezoek tegelijk sprake is van ontspannen ontmoeting met gemeenteleden én verdieping in het geloof.    
 
Uitdagingen en verlangens
Uitdaging: Om in ieder geval het huidige aanbod in stand te houden. De filmavond en de spirituele wandeling moeten we proberen te behouden in het kader van ‘never change a winning concept’. Verder is het een uitdaging om er met elkaar achter te komen wat goede onderwerpen zijn voor een gemeenteavond of een groothuisbezoek.
 
Verlangen: Dat de vorming en toerusting een aanvulling vormen op het gemeenteleven.

5. Jeugdwerk.
Om een levendige gemeente te zijn is een goed contact met de jonge leden van vitaal belang.  Daarom zijn er ook twee jeugdouderlingen werkzaam, die er in overleg met de predikant alles aan doen om de jeugd bij de gemeente en het geloof te betrekken. In het jeugdwerk kunnen we onderscheid maken tussen verschillende groepen: kinderkerk, bijzondere kinderkerk, tienerdienst, club en catechisatie.
Kinderkerk
Dit is voor de kinderen van de basisschool en vindt plaats tijdens kerktijd. De kinderen verlaten na het gebed bij de opening van het Woord met de leiding de kerk en hebben dan samen een dienst, waarbij de leiding gebruik maakt van de methode Vertel het maar. 
Bijzondere kinderkerk
Op de eerste zondag van de maand verblijven de jongeren de hele dienst in de eigen ruimte. Daar wordt een dienst gehouden, speciaal op hun leeftijd en denkwijze aangepast.
Tienerdienst
Op dezelfde zondag is er voor de jeugd van de middelbare school een tienerdienst. Ook deze dienst is toegesneden op de belevingswereld van de tieners. Deze diensten wordt beurtelings bedacht en geleid door enkele gemeenteleden.
Kerk-school-gezinsdiensten
Het zou mooi zijn als er in ieder geval een keer per jaar weer een kerk-school-gezinsdienst plaats heeft. Het afgelopen jaar is dit niet het geval geweest, terwijl er vroeger ook wel twee keer per jaar zo’n dienst was. In de huidige goede verstandhouding met de school moet het mogelijk zijn in ieder geval een keer per jaar zo’n dienst te gaan beleven.
Club
Tweewekelijks is er club voor jongeren uit groep acht en de brugklas. Het vindt plaats in De Dobbe. Voor de pauze is er aandacht voor de Bijbel en na de pauze zijn er activiteiten. Evenementen die jaarlijks terug komen zijn bijvoorbeeld de dropping aan het begin van het seizoen en de Clubstriid in maart.
Catechisatie
Hoewel het niet meer altijd zo wordt genoemd, is er toch nog steeds catechisatie. Er zijn twee groepen. Voor de jeugd van 12-13 jaar is er een groep onder leiding van een betrokken gemeentelid, de jongeren van 14 en 15 jaar gaan naar de dominee. Ze komen tien keer per seizoen bijeen.
 
Van al deze onderdelen gaat het met de club het best. De belangstelling voor de kinderkerk verschilt erg per dienst; soms zijn er twee kinderen, soms wel tien. De tienerdienst bestaat op een zeer smalle basis; het is altijd maar afwachten of er iemand komt. De catechisatiegroep van 12-13 jaar is een succes, met een mooie groep jongeren. Voor de groep 14-15 jarigen was de belangstelling beduidend minder, er kwamen het afgelopen seizoen slechts twee jongeren naar de pastorie.
 
Uitdagingen en verlangens
Uitdaging: Het is een grote uitdaging om de jongeren bij de kerk te betrekken. Via de club lukt dit heel goed en hetzelfde geldt voor de groep van 12-13 jaar oud. Verder gaat het moeizaam. De uitdaging is om activiteiten te blijven organiseren waarmee we de jeugd erbij betrekken. Voor de jeugd van 14 tot 18 jaar is dit nog de grootste uitdaging.   
 
Verlangens: Dat het ons als gemeente lukt de jeugd te bedienen. Dat het lukt om, ook al is het incidenteel, met hen in contact te komen en hen te laten proeven aan het evangelie en het gemeente-zijn. Dat de jeugd ook weet dat ze welkom is, dat de deur openstaat. Dat het lukt om ook in diensten aansluiting te vinden bij hun leefwereld.
 
Doelen: Een manier om gestalte te geven aan bovengenoemde verlangens is om jonge ouders, die hun kinderen laten dopen, actief te betrekken in het gemeentewerk. Hier wordt al actief aan gewerkt. Ook de samenwerking met de school is van groot belang. Ook hierin zijn vorderingen gemaakt die hoop geven en die hopelijk ook leiden tot het organiseren van een kerk-school-gezinsdienst. Het is nog zoeken naar een manier om de groep van 16+ te bereiken.  
 
6. Commissies en werkgroepen.
Om op het brede kerkelijke erf alles goed te laten verlopen heeft de kerkenraad commissies in het leven geroepen. Een van de bekendste is de Zending- en Evangelisatiecommissie. Zij belegt in voor- en najaar thematische kerkdiensten, vaak met gast(s)prekers, muziek of filmbeelden. Rond Pinksteren en Kerst worden huis aan huis de zendingskrant en de Elizabethbode verspreid. Projecten van KerkinActie worden op de voet gevolgd en onder de aandacht gebracht. Bovendien zorgt de commissie ervoor dat op recreatieterreinen en bungalowparken onze kerkdiensten staan aangeplakt. In 2015 organiseert zijn ook een fancyfair. Zo’n evenement levert wat op voor een goed doel en bindt gemeenteleden die het samen organiseren.
Voor speciale kerkdiensten moeten we zijn bij de Commissie Bijzondere Diensten. Zij denkt na over de invulling van de startzondag en de kerstnachtdienst. Eind juni wordt de openluchtdienst gehouden. De protestantse gemeente Anjum draagt al vanaf de oprichting van het Recreatiewerk Lauwersoog medeverantwoordelijkheid. Kern van dit werk vormen de zomerse tentdiensten, die ook door diverse gemeenteleden worden bezocht.
 
Uitdagingen en verlangens
Uitdagingen: Beide commissies kunnen, zolang ze dat zelf als meerwaarde blijven zien, meer met elkaar samenwerken. Verder gaat het met deze commissies heel aardig en vormen ze een absolute meerwaarde in het voorbereiden van bijzondere diensten.
 
7. De kerkdienst.
De kerkdienst is het belangrijkste onderdeel van het gemeente-zijn. Alle voorgaande punten komen hierin samen. Immers, de dienst is er in het dorp, in een van de gebouwen, voorbereid door gemeenteleden en de ambten, als startpunt voor vorming en toerusting en verder gemeentewerk, voor ouderen, volwassenen én jeugd. Elke zondag komen we zo, bijna altijd om 9:30, bijeen in een van de twee gebouwen. 
Dit is niet de plaats om de hele liturgie in de dienst uiteen te zetten, wel kan hier gewezen worden op enkele vormen en gebruiken in onze gemeente, om vervolgens weer naar de uitdagingen en verlangens te gaan.
Algemeen
We vinden het belangrijk dat de kerkdienst wordt ervaren als gastvrij en ontspannen. De goede boodschap - in alle ernst én blijmoedigheid - en de uitleg ervan staat centraal.
Rolverdeling dienst
De kerkenraad draagt de verantwoordelijkheid voor de dienst, wat zichtbaar wordt in de handdruk aan het begin. Verder heeft de predikant een zeer groot aandeel; hij of zij doet in feite alles, behalve de muzikale begeleiding.
Muziek en zang
De gemeente is gezegend met maar liefs vier organisten. Zij zijn in staat om de dienst op een kundige manier van muzikale ondersteuning te voorzien. Op moment van schrijven wordt gezongen uit het Liedboek voor de Kerken uit 1973 en de Evangelische Liedbundel. De gemeente oriënteert zich op de nieuwe liedbundels Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk en Hemelhoog. Qua voorkeuren voor liederen is de gemeente pluriform. Een deel zingt het liefst moderne evangelische liederen, anderen worden het meest geraakt door oudere liederen van Johannes de Heer, weer anderen houden van de psalmen en gezangen van het Liedboek 1973 en een laatste groep staat ook open voor nieuwe liederen, zoals die van Sytze de Vries en Huub Oosterhuis.
Verdere invulling
Meestal wordt een klassieke liturgie gevolgd, al is dit niet voorgegeven. De diensten in De Bron worden op de beamer geprojecteerd. Vijf keer per jaar is er heilig avondmaal, de ene keer in de Michaëlkerk (aan tafel), de andere keer in De Bron (in de ‘banken’). Alle leden (doop- of belijdend-) boven de 15 jaar oud die het oprechte verlangen voelen hieraan deel te nemen worden dan genodigd. Er wordt gedoopt wanneer ouders dat aanvragen bij de predikant.
Kerkgang
Op dit moment is er een heel mooie groep gemeenteleden die de weg naar de kerk weet te vinden. Vroeger is die groep veel groter geweest, maar we beseffen dat we daar niet te veel naar terug moeten kijken – het zou verlammend kunnen werken. Een punt van zorg is wel dat bepaalde leeftijdsgroepen bijna geheel afwezig zijn als het gaat om kerkgang.
 
Uitdagingen en verlangens
Uitdagingen: Het is zeker een uitdaging om de diensten zo vorm te geven dat zo veel mogelijk gemeenteleden zich er prettig bij voelen. In het verlengde daarvan zullen we op zoek moeten naar een goede balans tussen vernieuwing en bewaren. Concrete doelen zijn hierbij moeilijk te formuleren. Luisterend naar God en elkaar zullen we hierin een weg moeten vinden, waarin iedereen zich vinden kan.
 
Tot slot
Hiermee ‘eindigt’ het beleidsplan – dat in al zijn beknoptheid toch maar liefst 8 pagina’s is gaan tellen – en werpen wij de blik weer op het volle gemeenteleven. We beseffen maar al te goed dat het evangelie niet gebeurt op papier, maar in de ontmoeting met God en elkaar. Toch is dit beleidsstuk hopelijk verhelderend als we ons afvragen waar we naar toe moeten en hoe alles in zijn werk gaat. Als we op zo’n moment beland zijn, staan we eigenlijk op een kruispunt en hebben we de kans om terug te kijken en vooruit te zien en ons af te vragen wat God nu van ons vraagt. Dat kan een heilig moment worden, waar veel goeds uit voortkomt. In het Bijbelboek Jeremia roept God zijn volk Israël er toe op:
 
Dit zegt de HEER:
Ga op de kruispunten staan, denk na,
kijk naar de oude wegen.
Welke weg leidt naar het goede?
Sla die in, en vind rust. (Jer. 6:16)
 
Met dit beleidsplan hebben we een poging gedaan, zo eens achter- en vooruit te kijken. Mag het een startpunt zijn tot verdere bezinning en verder gebed van ons leden van het lichaam van Jezus op deze aarde.   
terug